TILBURG - Op zondag 18 mei heeft burgemeester Theo Weterings het eerste exemplaar van het boekje Uitproberen en doorzetten ontvangen, een eerbetoon aan textielondernemer H.J. Clijsen en zijn familiebedrijf dat ruim een eeuw geschiedenis beslaat. De bijeenkomst vond plaats in het gerenoveerde textielfabriekje van Clijsen aan de Dijksterhuisstraat 61 dat tot op de dag van vandaag trots de oorspronkelijke naam draagt: H.J. Clijsen Kunstwolfabriek.
In een tijd waarin het Tilburgse textielverleden vaak wordt verteld via de grote namen, geeft dit boekje aandacht aan een kleinere maar niet minder betekenisvolle speler. H.J. Clijsen begon zijn onderneming in 1917 samen met zijn zwager in de Van Hogendorpstraat, waar zij zich bezighielden met het kloppen van wol en het weven van dekens. Zijn zwager – vermoedelijk directeur bij textielfabriek Mommers en Co – trad op als stille geldschieter en liet Clijsen alle vergunningen aanvragen, om belangenverstrengeling te voorkomen. Opmerkelijk is dat dit adres later dat van het huidige TextielMuseum werd: Goirkestraat 96.
Na een decennium pionieren verhuisde Clijsen naar een nieuwe locatie aan de Dijksterhuisstraat, waar hij zich toelegde op een vernieuwende techniek: het recyclen van wol. Onder de noemer kunstwol werden lompen geverfd, gemalen en opnieuw verwerkt tot garens, die zich uitstekend lieten mengen met nieuwe wolvezels. Het resultaat: stevige, dichte garens van hoge kwaliteit — een vroege vorm van circulair produceren.
Het bedrijf, inmiddels door derden geëxploiteerd onder de naam Havivank, bestaat nog steeds en is een van de laatst overgebleven textielfabrieken van bijna honderd die Tilburg ooit kende. Toch wordt de naam Clijsen in de bestaande geschiedschrijving niet genoemd. Uitproberen en doorzetten vult dat hiaat in en brengt een vergeten stukje Tilburgse geschiedenis tot leven.