NEDERLAND - In 2024 was 79 procent van de mensen van 18 jaar en ouder tevreden over hun financiële situatie, tegen 77 procent in 2023. 54 procent gaf aan zich geen zorgen te maken over hun financiële toekomst, een jaar eerder was dit 50 procent. Mensen in de laagste inkomensgroep maken zich de meeste zorgen, en ouders uit eenoudergezinnen zijn het minst tevreden met hun financiële situatie. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn van het CBS, dat jaarlijks wordt uitgevoerd onder ruim 7 duizend mensen van 15 jaar en ouder.


Het aandeel mensen dat tevreden is met de financiële situatie is gestegen sinds 2013 (68 procent). In 2021 was dit het grootst met 82 procent. In 2022 daalde dit naar 77 procent en in 2024 was het 79 procent. Het aandeel ontevreden mensen nam tussen 2013 (9 procent) en 2024 (5 procent) af.

Ruim helft geen financiële zorgen

In 2013 had 40 procent geen zorgen over de financiële toekomst. Dit nam toe tot 58 procent in 2021, waarna een daling volgde in 2022 (51 procent). In 2024 nam dit aandeel weer toe tot 54 procent. Tegelijkertijd was de groep met veel zorgen over de financiële toekomst in 2021 het kleinst sinds 2013. In 2022 groeide dit aandeel en in 2024 nam het iets af.

Zorgen verschillen per inkomensgroep

Mensen in de laagste inkomensgroep zijn het vaakst ongerust over hun financiële toekomst: 38 procent van hen maakt zich veel zorgen over hun financiële toekomst. Met het stijgen van het inkomen nemen de financiële zorgen af. In het tweede inkomenskwartiel geeft 30 procent aan zich veel zorgen te maken en in het derde kwartiel is dat ruim 24 procent. Mensen met de hoogste inkomens maken zich het minst zorgen om financiën (17 procent). In 2024 was het verschil in financiële zorgen tussen mensen met de laagste en hoogste inkomens iets kleiner dan een jaar eerder.

Ouders in eenoudergezinnen minst vaak tevreden

Van ouders in eenoudergezinnen is 61 procent tevreden over de financiële situatie. Dit is lager dan bij alleenwonenden zonder kinderen (73 procent) en mensen die deel uitmaken van een paar mét of zonder kinderen. Partners in een paar zonder kinderen zijn het vaakst tevreden (85 procent). De verschillen in tevredenheid over de financiële situatie tussen huishoudens hangen samen met het inkomensniveau. Alleenwonenden en eenoudergezinnen hebben gemiddeld een lager inkomen, waardoor zij minder vaak tevreden zijn over hun financiële situatie.

Huurders vaker bezorgd dan kopers

Huurders die huurtoeslag ontvingen maken zich met 37 procent het vaakst zorgen over hun financiële toekomst. Dit is overigens wel gedaald ten opzichte van het jaar ervoor, toen was dat nog 46 procent. Van de huurders die geen huurtoeslag ontvingen maakt 35 procent zich veel zorgen. Mensen met een koopwoning maken zich met 21 procent het minst vaak zorgen. De verschillen tussen huurders en kopers hangen samen met inkomen: huurders hebben gemiddeld een lager inkomen, en maken zich daardoor vaker zorgen over hun financiële toekomst.

Bron: CBS