GILZE - Het Openbaar Ministerie (OM) eist een gevangenisstraf van 12 maanden tegen een vrouw die in het AZC in Gilze een landgenote met heet water heeft overgoten.
Het incident gebeurde op 3 augustus 2020. Op die dag is ruzie ontstaan tussen een lesbisch stel en een stel bestaande uit een man en een vrouw, allen van Nigeriaanse afkomst. Het slachtoffer was vanuit een ander AZC op bezoek bij haar vriendin in Gilze toen er een woordenwisseling en een handgemeen is ontstaan tussen de stellen. De vrouw die vandaag terecht staat pakte een waterkoker en gooide tijdens het tumult de inhoud, heet water, in de richting van de vrouwen.
De Nigeriaanse wordt verdacht van zware mishandeling. Door heet water over de bezoekster te gooien raakte de zijkant van haar lichaam verbrand. Het slachtoffer kampt met pijnlijke brandwonden en heeft nog een lange tijd van herstel voor de boeg waarbij blijvende huidverkleuring niet is uitgesloten.
Enige tijd later (datum is nl onzeker, staat ook weer ergens 5/8) wordt de politie en het OM betrokken bij de zaak. Naast het geweldsfeit wordt zorgvuldig onderzocht of er sprake is van een discriminatoir aspect.
Strafrechtelijk onderzoek
De officier constateert dat het slachtoffer en haar vriendin de confrontatie hebben opgezocht naar aanleiding van uitingen over hun geaardheid. Ook volgt uit het dossier dat zij de eerste klap hebben uitgedeeld en uitlatingen hebben gedaan. Daarop ontstaat een gevecht waarbij de verdachte met het hete water gooit. Tijdens dit gevecht zijn er geen uitlatingen over de geaardheid gedaan en ook blijkt niet uit andere verklaringen dat het hete water over het slachtoffer heen is gegooid omdat zij lesbisch is. Op basis van het dossier is onvoldoende gebleken dat het water enkel en alleen over het slachtoffer is gegooid vanwege haar geaardheid.
De betrokkenen hebben in de media verteld dat zij het zo ervaren hebben, de officier van justitie spreekt van onvoldoende aanwijzingen om de vermeende discriminatie als strafverzwarend mee te nemen.